Foto: Jan van de Kam
Foto: Jan van de Kam

Van Waddenzee naar Banc d’ Arguin

Twee weken geleden stond Piet van den Hout met zijn onderzoeksteam nog op de wadbodem van de Nederlandse Waddenzee. De komende drie weken verricht hij samen met andere onderzoekers van het NIOZ veldwerk op de Banc d’ Arguin in Mauretanië  (West-Afrika). Doel van het lange termijn veldwerk: individuele foerageerbeslissingen koppelen aan overleving, en onderzoeken welke factoren beperkend zijn voor overleving.

In de Nederlandse Waddenzee wordt bijna het hele jaar door veldwerk gedaan aan de kanoetenondersoort islandica. Deze ondersoort broedt op de toendra’s van Groenland en Canada en is de rest van het jaar in de Waddenzee. In tegenstelling tot de islandica kanoeten is de ondersoort canutus maar een paar weken per jaar in de Waddenzee, namelijk op doortrek van en naar hun broedgebieden in Siberië.  Buiten het broedseizoen zijn ze acht maanden per jaar langs de kust van West-Afrika te vinden. Om ook van de canutus ondersoort een goed beeld te krijgen van de jaarlijkse overleving, gaat Piet met zijn team elke winter een aantal weken naar de Banc d’ Arguin.

Het bepalen van de jaarlijkse overleving van kanoeten is alleen mogelijk door kanoeten individueel herkenbaar te maken met kleurringen. Om kanoeten van kleurringen te voorzien moeten ze eerst gevangen worden. Dat gebeurt met een mistnet in de nachtelijk uren tussen zonsondergang en zonsopkomst. Een arbeidsintensieve klus waarvan het succes afhankelijk is van de inspanning om ze in het veld terug te vinden. Op basis van de ‘teruglezingen’ kunnen Piet en zijn team vervolgens een schatting maken van de jaarlijkse overleving.

Om op individueel niveau de overleving te kunnen koppelen aan foerageerprestaties, bestuderen de onderzoekers in het veld het gedrag van kanoeten. Er wordt gekeken naar dieetsamenstelling, voedselopnamesnelheid, voedselbeschikbaarheid en hoe kanoeten zich in relatie tot het voedsel verdelen.  Daarvoor worden de vogels in de Waddenzee individueel gevolgd met camera’s. Thomas Leerink analyseert de videobeelden later op het NIOZ voor verschillende gedragingen (tijdsbesteding aan zoeken naar voedsel, rusten, bewegen, enz.). Naast het maken van video’s verzamelt Piet met zijn team van de gefilmde vogels ook de uitwerpselen, zodat later een reconstructie van het dieet mogelijk is. Op deze manier kunnen individuele verschillen in overleving gekoppeld worden aan individuele verschillen in gedrag, lichaamssamenstelling en voedsel. Uiteindelijk doel is om met de resultaten van het veldwerk tot een doeltreffend beheer te komen van het waddengebied voor beide kanoetenpopulaties.

Naomi Tuhuteru

Piet van den Hout neemt een bodemmonster op Griend (Waddenzee) voor het bepalen van voedselbeschikbaarheid. Foto gemaakt door Naomi Tuhuteru in de vroege ochtend van 8 november 2013

Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee Sovon vogelonderzoek Nederland Nederlands Instituut voor Ecologie Vogeltrekstation Stichting natuurinformatie Werkgroep Lepelaar Rijksuniversiteit Groningen Universiteit van Amsterdam Global Flyway Network in Australia