Foto: onbekend
Foto: onbekend

‘Onderzoek is internationale verplichting’

Tot op de dag van vandaag is ‘pensionado’ Gerard Boere (Zutphen, 1942) nog druk met onderzoek en bescherming van trekvogels, al zit hij tegenwoordig niet meer zo veel achter vergadertafels als in zijn dagen bij de overheid. ‘Maar’, zo waarschuwt hij, ‘behalve bevlogen onderzoekers in het veld heb je in dit werk ook echt vergadertijgers nodig!

Een van de finest moments van Gerard Boere had plaats in Den Haag , in juni 1995. Op dat moment werd in Nederland onder de vlag van de Verenigde Naties en als onderdeel van de Convention on Migratory Species, de zogeheten Bonn-conventie, het African Eurasian Waterbird Agreement getekend. Dat AEWA-verdrag regelt de bescherming van met name trekkende watervogels. Boere was de architect van dat verdrag en daar mede- onderhandelaar namens Nederland. ‘Te weinig mensen realiseren zich dat in dat verdrag en ook in de Bonn-conventie zelf een keiharde verplichting is opgenomen om onderzoek te doen aan trekvogels’, zegt Boere nu als officiële beschermheer van AEWA.  ‘Maar als bijvoorbeeld natuurbeschermingsorganisaties daar bij de overheden wél op zouden aandringen, dan nog zijn de ruim honderd landen die de Bonn-conventie na 1985 hebben geratificeerd helaas vaak geneigd om dit verdrag als een soft law te zien. Er is geen juridische knuppel in de conventie opgenomen voor het geval partijen zich niet aan de afspraken houden.

Verdragen

Verdragen en vergaderingen, … trekvogelonderzoeker en diplomaat in ruste Gerard Boere heeft in zijn carrière zijn portie wel gehad. In 1971 studeerde Boere af in de zoögeografie en paleontologie. Vervolgens promoveerde hij op het internationale belang van de Waddenzee voor de verschillende (sub)arctische steltlopers. Daarbij was hij ook van jongs af aan actief in het ringonderzoek. Naast dat veldwerk was dus ook de politiek en het bestuurswerk een dikke rode draad in zijn carrière. ‘Die politiek is belangrijker voor het trekvogelonderzoek dan veel mensen zich realiseren. Om de trekvogels langs de route waar ook de Waddenzee in ligt, effectief te beschermen heb je de landen van de Arctis tot aan Zuid-Afrika nodig. Dan is het wel handig als je goede contacten hebt met de sleutelfiguren in die landen langs de route. En hoe zacht het verdrag soms ook mag lijken, ook zo’n verdrag van Bonn kan dan echt een verschil maken.’

Behalve ‘Bonn’ is ook de status van de Waddenzee als Werelderfgoed cruciaal, zegt Boere. ‘Het Werelderfgoedverdrag van UNESCO heeft misschien ook geen keiharde juridische stok om landen mee te slaan, maar als een gebied van de lijst wordt afgevoerd omdat de bescherming niet goed is geregeld, zoals bijvoorbeeld met een deel van de Elbe in Duitsland is gebeurd, dan wordt dat op het politieke toneel als een enorme blamage gezien. Dat willen landen echt niet laten gebeuren!’

Dankzij of ondanks

Het is zeker niet dankzij de Nederlandse politiek van de laatste jaren dat de Waddenzee nog steeds als Werelderfgoed mag worden betiteld, stelt Boere. ‘De verantwoordelijk minister Kamp en Staatssecretaris Dijksma, nota bene van het Ministerie van Economische Zaken, roepen  desgevraagd steeds dat Nederland zo veel doet aan onderzoek en bescherming van het wad. Maar soms lijkt dat vooral ondanks het ministerie. Voor het internationale natuurbeschermingswerk zitten er nog twee of drie mensen op het ministerie met een zeer beperkt budget en ook het Programma ‘Naar een Rijke Waddenzee’ heeft nog wat beperkte fondsen. We stoppen naar verhouding wel veel geld en energie in het Antarctica-verdrag, maar onze directe ecologische relatie is toch met de Arctis. Het is vooral dankzij de langdurige en intensieve samenwerking met de Russen in de Siberische broedgebieden van de wadvogels, in de periode van 1990 tot 2007, dat we nu een waarnemersplaats hebben in de Arctische Raad en zijn werkgroepen. Het ganzenonderzoek van Bart Ebbinge heeft daar bijvoorbeeld veel aan bijgedragen. Er zijn natuurlijk nog activiteiten op Groenland, Spitsbergen en een enkele keer in Rusland, maar verder?’

Boere erkent dat zijn opvolgers zacht gezegd in een krappere tijd leven dan hij destijds. ‘Natuurlijk, wij hadden het luxer, want er was meer budget. Maar wij hadden ook onze politieke obstakels hoor! Maar zelfs midden in de Koude Oorlog was er via de trekvogels en het onderzoek altijd een actief lijntje naar de Sovjet Unie. Zelfs de grootste apparatsjiks wisten dat de vogels ook gewoon van oost naar west en weer terug trokken.

Toekomst

Als nestor van de bescherming van de trekvogels van de Waddenzee roept Boere de overheid dan ook op om het onderzoek aan trekvogels te koesteren. ‘Een prachtig project als METAWAD moet je niet na een paar jaar weer laten eindigen. Omgekeerd moeten de trekvogelonderzoekers zelf continu blijven wijzen op het belang van hun werk. Noem ‘Bonn’, noem het Werelderfgoed, en noem alle andere relevante verdragen, als je bij het Waddenfonds of elders om hulp vragen. Ken de Nederlandse internationale verplichtingen en gebruik ze.’

Nadere informatie: gc-boere@kpnmail.nl
documentatie: www.metawad.nl/n6d3
ocean & coastal management 68 (2012), 157-168.

Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee Sovon vogelonderzoek Nederland Nederlands Instituut voor Ecologie Vogeltrekstation Stichting natuurinformatie Werkgroep Lepelaar Rijksuniversiteit Groningen Universiteit van Amsterdam Global Flyway Network in Australia