Bewegingspatronen steltlopers in kaart gebracht
Steltlopers van seconde tot seconde volgen, op een paar meter nauwkeurig en voor een aantal weken of zelfs maanden achtereen. Onderzoekers van het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) hebben de bewegingspatronen van kanoeten en goudplevieren in drie verschillende gebieden nauwkeurig in kaart gebracht. In het tijdschrift Limosa is daarover een publicatie verschenen.
In de nazomer van 2011 zochten kanoeten in de Nederlandse Waddenzee via typische getijdenbewegingen naar kleine kokkels. In tegenstelling tot de verwachting van de onderzoekers, zochten kanoeten op plekken met niet de hoogste dichtheden kokkels. Op de Banc d’Arguin in Mauritanië, West-Afrika, hielden kanoeten er vaste routines op na: in opeenvolgende laagwaterperioden keerden ze telkens terug naar precies dezelfde voedselgebieden. Goudplevieren in het Friese weidelandschap zochten ’s nachts naar regenwormen in opvallend kleine gebieden.
Het studiegebied in de westelijke Waddenzee bij Richel en Griend met de bewegingen (gele lijn) van een kanoet gedurende een laagwaterperiode (dit is figuur 4a in het Limosa artikel). Door op het figuur te klikken wordt deze groter.
De bewegingspatronen van deze steltlopers zijn in kaart gebracht met een nieuwe zendertechniek genaamd time of arrival (TOA) en is ontwikkeld in samenwerking met de Cornell University in de Verenigde Staten. In het Limosa artikel meer over de werking en de principes van het TOA systeem, en de voordelen van dit zendersysteem ten opzichte van andere beschikbare zendersystemen.
Bekijk een filmpje om de vliegbewegingen van twee goudplevieren te zien in het Friese studiegebied.
Meer informatie: Allert Bijleveld