Foto: Sjoerd Duijns
Foto: Sjoerd Duijns

Vogeldichtheid geen simpele wiskunde

Het simpelweg observeren van de voedselopname van vogels in het veld, om die vervolgens te koppelen aan de hoeveelheid beschikbaar voedsel op die plek, levert een flinke onderschatting van de potentie van een bepaald gebied. Tot die conclusie komen Sjoerd Duijns en collega’s in het tijdschrift Journal of Animal Ecology van deze maand.

‘In het veld zie je nogal eens dat vogels voedselarme stukken mijden. Alleen als ze gedwongen worden daar te foerageren blijken ze daar alsnog redelijk uit de voeten te kunnen. Wij hebben onze veldwaarnemingen aan wormenetende rosse grutto’s gekoppeld aan metingen in de experimentele waddenunit op het NIOZ. Dan zie je dat de draagkracht van een gebied uiteindelijk toch hoger is dan je alleen op basis van veldwaarnemingen zou verwachten. Veldmetingen voorspelden dat de rosse grutto’s minimaal 63 wormen per vierkante meter wad nodig hadden, in gevangenschap bleken ze ook met 3 wormen per vierkante meter toe te kunnen.’

Deze herijking is volgens Duijns vooral een waarschuwing aan biologen dat ze de wiskunde achter vogeldichtheden en draagkracht van een gebied niet te simpel moeten voorstellen.’

Meer informatie: duijns.sjoerd@gmail.com
Download documentatie

Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee Sovon vogelonderzoek Nederland Nederlands Instituut voor Ecologie Vogeltrekstation Stichting natuurinformatie Werkgroep Lepelaar Rijksuniversiteit Groningen Universiteit van Amsterdam Global Flyway Network in Australia