Foto: Rob Buiter
Foto: Rob Buiter

Over zoute vrouwen en zoete mannen

De dataloggers die sinds 2012 op de rug van lepelaars zijn gehangen, verraden op het eerste gezicht alleen waar de dieren op welk moment uithangen. ‘Maar wanneer je heel precies naar de resultaten kijkt, kun je opvallende details ontdekken, bijvoorbeeld over de verschillen tussen mannetjes en vrouwtjes’, zegt onderzoeker Matthijs van der Geest. ‘Ook de verschillen gedurende een etmaal, en gedurende het broedseizoen vertellen een interessant verhaal.’

Sinds 2012 zijn twintig volwassen lepelaars op Schiermonnikoog voorzien van een zogeheten UvA-BiTS datalogger. Deze kleine doosjes vol elektronica zijn ontwikkeld aan de Universiteit van Amsterdam (UvA) en wegen inmiddels minder dan 20 gram. Ze slaan op gezette tijden onder andere de exacte GPS-posities op, om die even later aan een speciale antenne in de kolonie weer prijs te geven. ‘Van die twintig geloggerde vogels zijn zeventien mannetjes en slechts drie vrouwtjes’, vertelt onderzoeker Matthijs van der Geest. ‘Waarom dat zo is ontdekten we vrij snel na analyse van de eerste gegevens.
We zagen dat de vrouwtjes vooral ‘s nachts op het nest zitten, zowel in de ei- als in de kuikenfase.
De mannetjes zitten vooral overdag op het nest, dus op de momenten dat wij de vogels konden vangen.’

Rusten of foerageren?
Door naar de bewegingen van de vogels te kijken in korte tijdsintervallen, kon van der Geest ook inschatten of de vogels rustten, rondliepen of vlogen. ‘Een beweging van minder dan 0,6 m/s definieerden we als “stilzitten”. Boven de 5 m/s betekende: vliegen. Alles daartussen moet “lopen” zijn geweest.

We hebben dat dankzij de nauwkeurige GPS-posities bovendien gekoppeld aan de locatie waar de vogels liepen. Was dit in water, dan definieerden we het als foerageren, op land uiteraard niet.’

Wanneer de onderzoeker die foerageertijden vervolgens gedurende het broedseizoen analyseerde, zag hij dat voor en tijdens de ei-fase de foerageertijd niet noemenswaardig verschilde. Zodra de eieren uitkwamen, nam de foerageertijd significant toe. Van der Geest: ‘De tijd die de dieren besteedden aan voedselzoeken nam vooral spectaculair toe na het uitvliegen van de jongen. Daaraan konden we duidelijk zien dat de vogels gingen opvetten voor de trek.’

Vrouwen meer in het zout
Over het algemeen zag van der Geest de vrouwen vooral in zout habitat foerageren, dus dicht bij de kolonie op het wad. De mannen zaten meer in zoetwater, onder andere ‘ver van huis’ rond het Lauwersmeer. Zodra de eieren waren uitgekomen gingen de vrouwtjes ook wat meer in zoetwater voedselzoeken, en ook iets vaker overdag. ‘Mogelijk komt dit omdat zoete prooien een hogere kwaliteit hebben; dat willen we nog verder uitzoeken.’

Grafieken tijdsbesteding lepelaars gedurende incubatiefase_2

Overdag zijn de mannen bij het nest, ‘s avonds de vrouwen.

Gedrag
De gedetailleerde informatie die van der Geest uit de loggergegevens weet te halen zijn een opmaat naar een nog veel grotere stap. ‘De afgelopen drie broedseizoenen hebben we lepelaars met loggers gefilmd. Op die manier kunnen we hun exacte gedrag koppelen aan de op dat moment opgeslagen gegevens van de zogeheten accelerometers. Dat zijn een soort versnellingsmeters in de logger, die de bewegingen in drie richtingen opslaan. In de toekomst hoop ik een tiental gedragingen, zoals voedselzoeken, maar ook het opgooien en doorslikken van een prooi direct uit deze gedetailleerde loggergegevens te kunnen halen, dus zonder dat ik de vogels daarvoor hoef te zien. Op die manier kun je met de logger hopelijk analyseren hoeveel prooien een vogel heeft gevangen. Zelfs de vleugelfrequentie tijdens het vliegen, en daarmee een indicatie van het gewicht, zouden we in theorie uit die data kunnen halen.’

Ook in het komende broedseizoen willen onderzoekers Petra de Goeij en Otto Overdijk van de Werkgroep Lepelaar enkele vogels van de nieuwste UvA-BiTS-loggers voorzien. Dankzij de – letterlijk – krimpende technologie, hebben die loggers tegenwoordig zelfs een SMS-service aan boord. Wanneer de vogels niet in de buurt van een antenne zijn, sturen ze enkele keren per dag een tekstberichtje naar een centrale server, om te laten weten waar ze zijn.

Meer informatie: matthijs.van.der.geest@nioz.nl

Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee Sovon vogelonderzoek Nederland Nederlands Instituut voor Ecologie Vogeltrekstation Stichting natuurinformatie Werkgroep Lepelaar Rijksuniversiteit Groningen Universiteit van Amsterdam Global Flyway Network in Australia