Foto: Sjoerd Duijns
Foto: Sjoerd Duijns

Afnemende aantallen rosse grutto’s concentreren zich in Waddenzee

Ondanks een toename van rosse grutto’s in de Nederlandse Waddenzee sinds 1990, laat deze soort een sterke afname zien langs de gehele Oost-Atlantische trekroute. ‘Het lijkt erop dat er een herverdeling plaatsvindt naar de Nederlandse Waddenzee,’ stelt ecoloog Sjoerd Duijns van het NIOZ Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee. Hij hoopt hierop te promoveren op maandag 22 december aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Foto: Sjoerd Duijns

De rosse grutto overwintert als trekvogel zowel in Afrika als in de Waddenzee en broedt in Noord-Scandinavië en Siberië. Hun aantallen langs de Oost-Atlantische trekroute nemen af. Er worden minder vogels waargenomen langs de kust in Afrika, maar ook dichter bij huis zoals in Denemarken, Duitsland en Engeland. In de Nederlandse Waddenzee, waar de aantallen toenemen, is sprake van een ‘buffer effect’. Duijns: ‘Met een toename van het aantal rosse grutto’s vulde de oostelijke Waddenzee zich het eerste en liep in tweede instantie de westelijke Waddenzee vol. Dat geeft aan dat rosse grutto’s de oostelijke Waddenzee prefereren. Daar bevat het wad weliswaar meer wormen, maar is de kans om een roofvogel als de slechtvalk tegen te komen ook groter.’

Toch weegt het relatieve belang van voedsel zwaar. Het baart Duijns dan ook grote zorgen dat er juist nu een vergunning is afgegeven om zout te winnen onder het westelijke deel van de Waddenzee. Door zoutwinning kan bodemdaling optreden en dan kunnen rosse grutto’s en andere steltlopers niet meer bij het voedsel in het westelijke deel.

Duijns benadrukt dat lokale aantallen wadvogelpopulaties niet een juiste weergave zijn van de kwaliteit van een gebied en van totale populatieaantallen. ‘Als er veel rosse grutto’s in de Nederlandse Waddenzee zijn betekent dat dus niet automatisch dat het goed gaat met de populatie. Het is daarom van groot belang om meer inzicht te krijgen waarom een wadvogelpopulatie als de rosse grutto achteruit gaat. En daarvoor moeten we verder kijken dan onze eigen landsgrenzen.’

De populatieafname in landen buiten Nederland veronderstelt dat die gebieden sterk zijn afgenomen in kwaliteit, maar daarover is weinig bekend, omdat de ons omringende landen nog niet beschikken over een vlakdekkend voedselbemonsteringsprogramma, zoals het SIBES programma in Nederland.

Curriculum vitae
Sjoerd Duijns (Breda, 1976) studeerde Bos- en Natuurbeheer aan de Wageningen Universiteit. Hij voerde zijn promotieonderzoek uit bij de afdeling Mariene Ecologie van het NIOZ Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee op Texel. Zijn promotieonderzoek werd gefinancierd door het Waddenfonds (project Metawad) en de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO).

Proefschrift:
Duijns, S. (2014) Sex-specific foraging: The distributional ecology of a polychaete-eating shorebird. PhD Thesis, University of Groningen, Groningen, The Netherlands. ISBN 978-90-367-7386-7. http://www.nioz.nl/repository

Promotie:
Maandag 22 december 2014, 11.00 uur, in het Academiegebouw van de Rijksuniversiteit Groningen, Broerstraat 5, Groningen.
Promotor is prof. dr. Theunis Piersma en co-promotor dr. Jan A. van Gils.

Meer informatie: Sjoerd Duijns

Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee Sovon vogelonderzoek Nederland Nederlands Instituut voor Ecologie Vogeltrekstation Stichting natuurinformatie Werkgroep Lepelaar Rijksuniversiteit Groningen Universiteit van Amsterdam Global Flyway Network in Australia