Foto: onbekendFoto: Jeroen ReneerkensFoto: onbekendFoto: Jeroen Reneerkens

Drieteenstrandloper

Dribbelaars van het strand

Iedere strandwandelaar kent wel die witte, grappig dribbelende vogels die voor de golven heen en weer rennen: drieteenstrandlopers. Minder bekend is dat drieteenstrandlopers tijdens de trek het strand grotendeels verlaten en dan echte wadvogels worden. Op het wad zoeken drieteenstrandlopers naar kleine krabben, garnalen en wormen. Tijdens hoogwater trekken ze zich terug op hoge open platen.

Een groot deel van de drieteenstrandlopers vervangt in het najaar haar oude veren met nieuwe. Pas als die rui na enkele weken voltooid is, verlaten ze het wad. Andere drieteenstrandlopers gebruiken het wad om er in een periode van drie tot vier weken een vetvoorraad aan te leggen, maar ruien pas in de overwinteringsgebieden.

De aantallen drieteenstrandlopers in Europa en Afrika is de afgelopen jaren gegroeid, en op het wad is dat vooral in de trekperiodes te merken. In de nazomer van 2012 gebruikten wel twintigduizend drieteenstrandlopers de wadplaten rondom vogeleiland Griend. Het wad wordt gebruikt door drieteenstrandlopers die tot in Zuid-Afrika overwinteren. Het zou daarom best eens kunnen dat de omstandigheden op het wad, de grenzen aan de groei van de drieteenstrandloperpopulatie bepalen.


De wereld van drieteenstrandlopers

Drieteenstrandlopers zijn broedvogels van de hoog Arctische poolstreken van Canada, Groenland en Siberië. De Groenlandse drieteenstrandlopers bevinden zich ’s winters langs de kusten van West-Europa en de gehele westkust van Afrika. Deze, en de drieteenstrandlopers van Jan Mayen, Spitsbergen en Siberië, behoren tot de nominaatvorm alba (Latijn voor wit; de kleur van het winterkleed).

De ondersoort rubidus broedt in Canada en Alaska en bevindt zich ’s winters langs de Noord- en Zuid-Amerikaanse kusten zo ver zuidelijk als Tierra del Fuego in Zuid-Argentinië. Vanuit de Siberische toendra bevolken drieteenstrandlopers het Midden-Oosten, de oostkust van Afrika, Azië en Australië. Er zijn eigenlijk nauwelijks kusten te bedenken waar deze kosmopoliet niet voorkomt.

Tot niet zo lang geleden werd verondersteld dat Groenlandse drieteenstrandlopers niet zuidelijker dan de kust van de Golf van Guinee zouden overwinteren. Waarnemingen in de Groenlandse broedgebieden van geringde vogels in Namibië, bewijzen dat de Groenlanders toch zo ver zuidelijk overwinteren.


De connecties van drieteenstrandlopers

De plek waar jonge vogels voor het eerst overwinteren, blijft de overwinteringsplek voor de rest van hun leven. Zo vliegen sommige drieteenstrandlopers elk jaar vanuit de Walvisbaai in Namibië naar Groenland, om vervolgens na het Arctische broedseizoen weer terug te keren naar de Walvisbaai. Andere Drieteenstrandlopers zijn trouw aan noordelijker gelegen overwinteringslokaties, zoals de zandstranden van de Nederlandse Waddeneilanden.

Dit betekent dat de levens van individuele drieteenstrandlopers aanzienlijk kunnen verschillen. Het maakt uiteraard nogal wat uit of je de winter doorbrengt op een tropisch palmstrand, of de koude winterse omstandigheden in Nederland moet trotseren. Ook de jaarlijks af te leggen kilometers van en naar de Arctische broedgebieden maken een wezenlijk verschil. Tweemaal per jaar een enkele vlucht van 2.700 km naar Nederland is al indrukwekkend voor een vogel van een pond, maar valt in het niets bij de 11.200 km tussen Noordoost-Groenland en de Walvisbaai. De in Nederland overwinterende drieteenstrandlopers hebben nog een voordeel: als zij beginnen met het versieren van een partner in Groenland, dan zijn de in Mauretanië overwinterende vogels nog maar net in de Waddenzee gearriveerd. Laatst genoemde groep heeft dan nog enkele duizenden kilometers voor de boeg voor ze aan een vrijpartij kunnen beginnen.


De ecologie van drieteenstandlopers

Het gaat drieteenstrandlopers de laatste jaren voor de wind. Welke factoren bepalen de mate van populatiegroei en de grenzen van die groei? Omdat een zeer groot deel van de drieteenstrandloperpopulatie op enig moment in hun jaarcyclus in het waddengebied voorkomt, kunnen de ecologische factoren daar het populatieverloop beïnvloeden.

Het waddengebied is aantrekkelijk voor drieteenstrandlopers vanwege voedsel en rust. Mogelijk verklaart de laatste factor waarom drieteenstrandlopers (in tegenstelling tot strandlopers zoals kanoeten en bonte strandlopers), ’s winters het wad verlaten. Met het naderen van de winter trekken garnalen naar de diepe geulen. Als er om die reden minder voedsel op het wad beschikbaar is, loont het de moeite om de zandstranden op te zoeken. Daar eten ze onder andere gemshoornwormen en kunnen ze soms profiteren van aangespoelde zwaardschedes.

Het zou ook kunnen dat de populatie-ontwikkelingen van drieteenstrandlopers niet zo zeer bepaald worden door de omstandigheden in de Waddenzee, maar eerder door die tijdens het broedseizoen op de toendra. Hun broedsucces hangt vooral af van de kans op eierroof door poolvossen.


Acties en beheer voor drieteenstrandlopers

Als echte strandvogel komen mensen en drieteenstrandlopers elkaar vaak tegen. Hoewel drieteenstrandlopers zich weinig van menselijke aanwezigheid lijken aan te trekken, is het tegendeel waar. In de nabijheid van mensen, en zeker van honden, zijn drieteenstrandlopers zo alert dat het ten koste gaat van het zoeken naar voedsel. Het wordt helemaal vervelend voor drieteenstrandlopers als ze moeten vluchten voor mensen en honden die te dichtbij komen. Het is niet voor niets dat juist de afgelegen, voor mensen minder goed toegankelijke, zandplaten, de meeste drieteenstrandlopers herbergen. drieteenstrandlopers zullen ervan profiteren als toerisme in het waddengebied en de Noordzeestranden, tot enkele locaties beperkt blijft en gereguleerd wordt.

Het is nog grotendeels onduidelijk welke effecten zandsuppletie heeft op drieteenstrandlopers. Aangezien de verwachte zeespiegelstijging Nederland er toe zal dwingen vaker kustversterkende maatregelen te treffen, kan dat van invloed zijn op de aantallen drieteenstrandlopers.


Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee Sovon vogelonderzoek Nederland Nederlands Instituut voor Ecologie Vogeltrekstation Stichting natuurinformatie Werkgroep Lepelaar Rijksuniversiteit Groningen Universiteit van Amsterdam Global Flyway Network in Australia