

Kiezen tussen poolvos en hongerende jongen
Net als bijvoorbeeld koolmezen en bonte vliegenvangers in Nederland, hebben broedende drieteenstrandlopers op Groenland last van het steeds vroegere voorjaar. De afgelopen 10 jaar is door het veranderende klimaat de piek in het insectenaanbod voor jonge drieteentjes met ongeveer een maand vervroegd.
“Vogels die uit hun overwinteringsgebied terugkeren hebben maar een beperkte mogelijkheid om zich daarop aan te passen”, zegt onderzoeker Jeroen Reneerkens. “Hun jongen komen daardoor iets te laat uit en groeien en overleven daardoor slechter.”
Zouden de vogels zich wél volop aanpassen aan het vroege voorjaar, dan krijgen ze te maken met een ander probleem, vertelt Reneerkens. “Hoe vroeger drieteenstrandlopers beginnen met broeden, hoe meer last ze blijken te hebben van nestpredatie door poolvossen. Vanwege de klimaat-verandering moeten ze dus eerder beginnen met broeden, maar vanwege de predatiekansen door poolvossen juist later.”
Toch doen de drieteenstrandlopers het per saldo goed, in tegenstelling tot de meeste andere steltlopers. Waar bijna alle steltlopers langs de Oost-Atlantische trekroute een krimp laten zien, is de popu-latie drietenen sinds de eeuwwisseling met ongeveer 40% gegroeid. Reneerkens: “Door de komende jaren de overleving van volwassen vogels en de aanwas van jongen in kaart te brengen hopen we inzicht te krijgen in de populatieontwikkeling, en de rol die de Waddenzee hierin speelt. Het zou best kunnen dat straks blijkt dat de belangrijkste rem op de drieteentjes zit in het ‘honger-of-poolvos-dilemma’ op Groenland.”
Meer informatie: j.w.h.reneerkens@rug.nl