1

Jan van Gils: ‘Klimaat laat kanoet krimpen’

In een prestigieus coververhaal in Science, lieten Jan van Gils en een internationaal team van collega-ecologen zien dat het veranderende klimaat de kanoeten in hun broedgebied op achterstand zet. ‘Doordat hun ouders te laat komen voor de insectenpiek in hun broedgebied, vertrekken jonge kanoeten met een te klein lichaam en te korte snavels naar hun overwinteringsgebieden. Daar komen ze met hun korte snavels steeds slechter bij hun favoriete prooien: schelpdieren. In een vervolgexperiment in Alaska wil ik nu die zogeheten “trofische mismatch” hard maken.’

Dertig jaar Poolse vangsten
De mismatch tussen insecten in het broedgebied en de timing van de eileg is strikt genomen nog niets meer dan een hypothese, legt Van Gils uit. ‘De enige harde informatie die we hebben zijn de jarenlange metingen van Poolse collega’s. Die vangen al ruim dertig jaar kanoeten tijdens de najaarstrek. Zij zagen in die tijd het gewicht en de lichaamsgrootte van de jonge vogels langzaam afnemen.’

Vegetarische kanoeten
Naast die jarenlange vangsten en gewichten uit Polen, zagen Van Gils en collega’s ’s winters op de Banc d’Arguin ook dat de kanoeten over de jaren steeds kortere snavels kregen en dat de vogels met de kortste snavels vaker vegetarisch aten. ‘Je verwacht dat een kanoet schelpdieren uit de bodem trekt, maar wij zagen steeds vaker dat ze worteltjes van zeegras aten. Dat komt waarschijnlijk omdat hun snavels korter worden en ze dus minder goed bij hun prooien van eerste keus kunnen komen.’

De consequenties van deze mogelijke mismatch zijn vergaand: niet alleen de kanoet zelf krimpt, ook de populatie wordt kleiner. ‘In het kader van het onderzoeksprogramma Metawad is inmiddels een enorme dataset opgebouwd van gekleurringde vogels, inclusief hun lichaamskenmerken. Daardoor weten we dat juist die kortsnavelige vogels een twee keer zo grote kans hebben om te sterven als de dieren met de langere snavels. Van deze betreffende ondersoort is het aantal in de afgelopen decennia afgenomen van een half miljoen tot nog maar een kwart miljoen vogels’, aldus Van Gils.

Nesten wisselen
In een bijzonder experiment in Alaska, met een andere ondersoort van de kanoet, wil Van Gils deze zomer de effecten van een mismatch tussen insecten en broedende vogels hard maken. ‘In Alaska is er een spreiding van ongeveer tien dagen tussen de vroegste en de laatste broeders. We willen nu kijken wat er gebeurt wanneer we legsels van vroege broeders verwisselen met legsels van late vogels. Als het echt aan de mismatch ligt, en niet aan bijvoorbeeld de intrinsieke eigenschappen van vroege of late broeders, zullen we ook bij het verwisselen van nesten een effect kunnen zien van vroege of late nesten.’

Behalve het manipuleren van nesten, zullen Van Gils en collega’s ook de insecten nauwkeurig in kaart brengen. ‘Daarnaast zullen we de kanoeten met een heel klein satellietzendertje uitrusten. Uit dat onderzoek zal moeten blijken of de verhoogde sterfte die we in het veld zien ook echt vooral plaatsvindt onder de vogels die hun timing het slechtst op de insectenpiek hebben afgestemd.’

Nieuwe kanoet
Behalve een verhoogde sterfte en krimp van kanoeten en hun snavels, beschrijven Van Gils en collega’s in Science ook een trend richting een ‘nieuw soort kanoet’: een kleinere vogel met een relatief langere snavel. ‘Door de waargenomen krimp van de vogels en de snavels, zien we dat de vogels met relatief de langste snavels nog de beste kansen hebben. Daardoor ontstaat er een evolutionaire druk richting een relatief lange snavel. Binnen korte tijd zien we als het ware een andere kanoet ontstaan: een kleinere vogel met een langere snavel.’

Meer informatie:
DOI: 10.1126/science.aad6351
Jan.van.Gils@nioz.nl

Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee Sovon vogelonderzoek Nederland Nederlands Instituut voor Ecologie Vogeltrekstation Stichting natuurinformatie Werkgroep Lepelaar Rijksuniversiteit Groningen Universiteit van Amsterdam Global Flyway Network in Australia