Foto: Jan van de Kam
Foto: Jan van de Kam

Kanoet poept weer in kleur

Kanoeten kunnen steeds vaker profiteren van hun favoriete voedsel: nonnetjes. Waar ze de afgelopen jaren vaak moesten terugvallen op B-keus, kokkels, neemt het aantal nonnetjes in de Waddenzee sinds vijf jaar weer langzaam toe. Dat blijkt niet alleen uit wetenschappelijk onderzoek aan de verspreiding van schelpdieren. Vogelonderzoekers vinden ook weer steeds vaker de veelkleurige poep van kanoeten die nonnetjes hebben gegeten. Deze schelpen variëren immers sterk in kleur, van wit, via geel naar roze.

Tot zo’n twintig jaar geleden was het nonnetje nog verreweg de belangrijkste prooi voor kanoeten in de Waddenzee. Nonnetjes bevatten relatief veel vlees ten opzichte van schelp. Voor een kanoet die zijn prooi geheel inslikt bespaart dit verteringskosten.

Door de achteruitgang van het nonnetje werd de kokkel een steeds belangrijker alternatief. Deze schelpensoort heeft evenwel een onvoorspelbare broedval. Kokkels groeien ook snel, waardoor ze na één jaar al te groot zijn voor een kanoet. Bovendien is hun vlees-schelpverhouding veel minder gunstig. In 2011 was er in de Waddenzee nog een flinke broedval van kokkels. Kanoeten foerageerden in hechte groepen op hoge dichtheden eerstejaarskokkeltjes. In het jaar erna waren alleen de traag groeiende kokkels op hoge platen nog geschikt. Gemiddeld genomen maakten die in 2012 nog maar 28% uit van het dieet. Dat lag dus niet alleen aan de snelle groei van de kokkels, maar ook aan de toename van het aantal nonnetjes.

Nadere informatie: Piet.van.denHout@nioz.nl of
Theunis.Piersma@nioz.nl

Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee Sovon vogelonderzoek Nederland Nederlands Instituut voor Ecologie Vogeltrekstation Stichting natuurinformatie Werkgroep Lepelaar Rijksuniversiteit Groningen Universiteit van Amsterdam Global Flyway Network in Australia